Prinspresentatie De Vrolijke Drammers 1966: het verhaal van ‘‘t Witte Paard’

Op het Prinsenbal in november 1966 kwam de prins van het aankomende jaar, Drikkus I (Bloem), tevoorschijn uit een wit paard. Dit gebeurde niet zo maar. Het is slechts een onderdeel van een inmiddels legendarisch verhaal over ‘’Het Witte Paard’.

Het begon een tijdje daarvoor toen het Jongerencontact, een Didamse vriendengroep, als stunt een wit paard ontvreemde uit Doetinchem. Het dier stond daar om de operette Im Weiben Rössl van Frans Lehar, uitgevoerd door toneelvereniging V.O.P., te promoten. Eenmaal in Didam stond het paard enige tijd te pronken bij het gemeentehuis en op de steiger van het in aanbouw zijnde zalencentrum De Liemershof.

Op een dag was het dier opnieuw gestolen. Carnavalisten uit Greffelkamp bleken de daders. Met veel moeite wisten de leden van het Jongerenkontakt de verovering weer in eigendom te krijgen. De pret duurde echter niet lang. Het paard werd weer ontvreemd en afgebrand teruggevonden in het Wehlse bos. Jongerenkontakt en de Greffelkampse carnavalisten hebben samen de rechtmatige eigenaar van het dier, de V.O.P., schadeloos gesteld.

Het vervolg van de kwestie kwam op het prinsenbal. Drikkus I werd met hulp van dierenarts Van Lieshout gebaard uit een replica van het veelbesproken witte paard. Maar je kunt het al voorspellen; aan het eind van de avond was ook dit houten ros foetsie, tot grote ontsteltenis van menigeen. De zoektocht naar de Loilse variant van het paard van Troje leverde niets op. Pas tijdens de carnavalsoptocht in februari door het witte paard weer op. Het Jongerenkontakt had het smeuïge verhaal tot onderwerp van de wagen verkozen. Na de optocht werd ‘de baarmoeder van Drikkus I’ weer teruggegeven aan de vereniging, die er maar wat blij mee was.

De carnavalsgroep van het Jongerenkontakt deed vanaf 1967 een aantal jaren mee met de optocht. Onder de naam Potdicht haalden zij in 1970 de eerste prijs met De Fabeltjeskrant; een voor die tijd hoogstaand bouwsel.