Podômme wa’n grei…
Toon Steenbreker, in zijn leven (varkens)beerhouder in Loil, ging in die tijd dagelijks met zijn beer Bram op pad. Met Toon achter het stuur van de omgebouwde politiewagen, zijn eeuwige pruim in de mond en Bram, hitsig van het mooie vooruitzicht, bezochten ze varkenshouders in Loil en wijde omgeving. Daar vierde Bram zijn lusten bot op de zeugen. Toon kreeg een paar gulden voor de inspanningen van Bram en de varkenshouder had een maand of vier uitzicht op een uitbreiding van zijn veestapel. Geen vervoersverbod of andere zaken hielden Toon en zijn Bram tegen. Toon vroeg welk varkenshokdeurtje hij moest hebben en, hoe donker het ‘snachts ook was, Toon en Bram vonden elke zeug.
Na zijn werkzame leven stond Toon iedere middag, stipt om drie uur, bij café Hendriks voor de deur om een paar borreltjes en het laatste nieuws te halen. Toen de caféhouders Jan en Leo Hendriks een eigen kruidenbitter op de markt wilden brengen, peilde ze de mening van een kenner en werd Toon een proefborrel voor gezet. Na de eerste slok, riep Toon: “ podômme wa’n grei”. Leo en Jan wisten genoeg.
Een andere klant noemde een, in zijn ogen, vreemde snuiter steevast “rare Kwazzel”. Hiermee was de naam “Kwazzelskruut” geboren.
Kwazzelkruut is na de sluiting van café/zaal Hendriks verkrijgbaar bij: Slijterij Peters aan de Koningin Wilhelminastraat 3 in Wehl.